De Rode Wijngaard |
Nog een voorbeeld is Piet Mondriaan. Hij is bekent geworden door zijn strakke schilderijen met veel strepen en vlakken in de primaire kleuren (rood, blauw en geel). Vroeger vond men deze moderne werken niet mooi en verdiende Mondriaan zijn geld door het schilderen van bloemen. Later hebben mensen deze schilderijen toch in musea gehangen om zo toch wat van de meester Mondriaan in het museum te hebben, en op de brochure te zetten dat ze echte Mondriaans in het museum hebben hangen. Uiteindelijk is het wel goed gekomen met Piet Mondriaan.
Bij Pablo Picasso liep het aan het begin ook niet helemaal op rolletjes maar later werd hij wel gewaardeerd. In een deel van zijn werken kan je duidelijk zien hoe het hem in die tijd verging. Zo was het rond 1953 een zware periode voor Picasso. Zijn vriendin, waarmee hij twee kinderen had, verliet hem. De inkttekeningen uit deze tijd hebben een thema over een oude dwerg in tegengewicht voor een jong, mooi meisje. Ik denk dat deze twee personages verwijzen naar hemzelf (dwerg) en zijn (ex-)vriendin (meisje). Ook had hij een soort traditie om elke keer dat hij opnieuw verliefd werd te wisselen van stel. Zo kan je dus ook duidelijk zijn leven in de schilderijen zien terug keren.
Dus om een lang verhaal kort te maken: vroeger (van Gogh) werd je niet geaccepteerd als je jezelf was, of anders dan de anderen. Later worden we steeds meer geaccepteerd als we gewoon ons zelf zijn. We zitten duidelijk op een stijgende lijn!
Groetjes, Floor